Mythe 9: Immigratie ondermijnt de welvaartsstaat
Immigranten zijn fiscaal ongeveer break even en dragen bij aan arbeidsdeling
Waarheid: Immigratie ondermijnt de verzorgingsstaat niet, maar is in veel gevallen essentieel voor het functioneren ervan.
Kom gerust mee praten over deze tekst hier!
Dit is deel van de ‘Hoe Migratie Echt werkt’-reeks. Meer informatie hier.
Het gangbare verhaal: De mythe van de dreiging voor de verzorgingsstaat
In veel politieke debatten en media-uitingen wordt grootschalige immigratie voorgesteld als een bedreiging voor de verzorgingsstaat. Deze visie wordt vaak onderbouwd met een aantal veelvoorkomende argumenten die de problemen in de sociale zekerheid, gezondheidszorg en huisvesting toeschrijven aan immigranten. Hieronder een overzicht van de belangrijkste elementen van deze mythe:
Overbelasting van publieke diensten: Immigranten zouden een onevenredige druk leggen op publieke diensten zoals gezondheidszorg, onderwijs en sociale huisvesting. Vooral laaggeschoolde migranten en vluchtelingen worden hierbij vaak als zondebok aangewezen.
Werkloosheid en afhankelijkheid van uitkeringen: Een veelgehoorde bewering is dat immigranten een hogere werkloosheid hebben dan de autochtone bevolking, en daardoor disproportioneel veel gebruik maken van sociale voorzieningen en uitkeringen. Dit zou een directe kostenpost zijn voor de belastingbetaler.
Prioriteit bij sociale huisvesting: Politici en media suggereren vaak dat immigranten, met name vluchtelingen, voorrang krijgen bij het toewijzen van sociale woningen, waardoor er minder beschikbaar zou zijn voor de lokale bevolking.
Fiscale last voor de samenleving: Immigranten worden in dit verhaal vaak neergezet als een netto kostenpost voor de samenleving. Ze zouden meer gebruik maken van publieke diensten dan ze bijdragen via belastingen, wat de verzorgingsstaat zou ondermijnen en de belastingdruk voor de autochtone bevolking zou verhogen.
Politici aan beide zijden van het politieke spectrum hebben deze argumenten gebruikt om strengere immigratiewetten en beperkingen op het recht op sociale voorzieningen te rechtvaardigen. In het Verenigd Koninkrijk speelde de angst voor de druk die immigranten op de National Health Service (NHS) zouden leggen, een belangrijke rol in de Brexit-campagne. Ook elders in Europa, zoals in Duitsland, waarschuwden politici dat te veel immigranten het sociale vangnet zouden uitputten. In de Verenigde Staten richt het debat zich vooral op de impact van illegale immigratie op publieke diensten, waarbij migranten worden gezien als mensen die van sociale voorzieningen profiteren zonder er belasting voor te betalen.
De feiten: Waarom deze mythe niet klopt
De overtuiging dat immigratie een bedreiging vormt voor de verzorgingsstaat is in werkelijkheid ongefundeerd. Onderzoek toont keer op keer aan dat de netto fiscale bijdrage van immigranten – het verschil tussen de belastingen die ze betalen en de publieke diensten die ze ontvangen – klein is. Dit betekent dat immigranten de verzorgingsstaat nauwelijks onder druk zetten, en in veel gevallen zelfs meer bijdragen dan ze kosten. Hieronder bespreken we enkele belangrijke inzichten die deze mythe weerleggen.
2.1 Fiscale impact van immigratie
Een uitgebreide reeks onderzoeken uit de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en continentaal Europa laat zien dat de fiscale impact van immigratie verwaarloosbaar is. In veel gevallen is deze impact zelfs positief, afhankelijk van hoe je de data bekijkt. Het verschil tussen wat immigranten bijdragen in de vorm van belastingen en wat ze ontvangen in de vorm van publieke diensten en uitkeringen, blijkt vaak tussen de –1% en +1% van het bruto binnenlands product (BBP) van een land te liggen. Dit betekent dat de netto kosten of baten van immigratie meestal minder dan één procent van de economie uitmaken.
De netto fiscale bijdrage van immigranten verschilt per land en per type immigrant. In landen als het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Italië blijkt de bijdrage van immigranten aan de publieke middelen zelfs positiever te zijn dan die van de autochtone bevolking. In andere landen, zoals Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Staten, is het verschil tussen immigranten en de lokale bevolking te verwaarlozen. Dit komt doordat de meeste migranten jong zijn, werken en relatief weinig gebruik maken van publieke voorzieningen. Als ze ouder worden en meer gebruik gaan maken van sociale voorzieningen, hebben hun kinderen vaak al de arbeidsmarkt betreden en dragen zij op hun beurt weer bij aan de publieke middelen.
Vermits ik weet dat dit een hot topic gaat zijn voor velen, ga ik prof. De Haas hier uitgebreid over citeren.
Some studies have found that the overall fiscal impact of immigration is positive, where others find negative effects. It often depends on how we look at the data, and whether we’re considering short-or long-term impacts – and whether the children of immigrants are included in the estimates.(…) However, what easily gets lost in the methodological controversies about this issue is that the size of the fiscal impacts, whether positive or negative, is actually very small. In an extensive review of studies from the US, the UK and continental Europe published in 2008, the Cambridge economist Robert Rowthorn concluded that the net fiscal contribution of immigration normally lies within the range of ±1 per cent of a country’s GDP. Four studies that estimated the government surplus from all immigrants residing in the US found the annual net fiscal contribution of immigration to be −$16 billion, −$40 billion, $27 billion and $23.5 billion.9 This may sound like a lot, but these effects are equivalent to only −0.2 per cent, −0.6 per cent, +0.4 per cent and +0.35 per cent of the total GDP of the US. Recent comparative studies have confirmed such findings. (…)
In 2021, the economist Ana Damas de Matos conducted an analysis for the OECD comparing the fiscal impact of immigration in twenty-five Western countries between 2006 and 2018. In line with Rowthorn, she concluded that the fiscal impact of immigration remains small, at levels ranging from –1 per cent to +1 per cent of GDP.
Graph 12 depicts the net fiscal contribution of immigrants for some of the major countries of her study. In the UK, Spain, Italy (and also Ireland, Greece and Portugal), the fiscal impact of immigration was positive, and higher than that of native-born residents. In the US, Germany and France (and also the Netherlands, Austria and Denmark), no major differences between immigrants and native-born were found. In some other countries, like Canada (and Sweden and Belgium), the fiscal balance for immigrants was more negative compared to native-born. However, differences between the two groups were really small, generally between 0.1 and 0.2 percentage points.14 In line with Rowthorn, Damas de Matos argued that such evidence ‘calls into question the relevance of the fiscal lens to asses the effectiveness of migration policies’.
De geciteerde studie is deze: Ana Damas de Matos, 2021, ‘The fiscal impact of immigration in OECD countries since the mid-2000s’, in OECD, International Migration Outlook 2021, OECD Publishing, pp. 111–62.
Vooraleer je begint te roepen van: ‘kijk, zie je wel dat migranten fiscaal nadelig zijn hier!’ We komen daar nog op terug. Lees nog even verder.

2.2 Ontkrachtiging van de "welfare magneet" hypothese
Een andere wijdverbreide mythe is dat immigranten naar landen met genereuze sociale voorzieningen komen om te profiteren van de welvaartssystemen – de zogenaamde "welfare magnet" hypothese. Volgens dit idee zouden landen met een royaal sociaal vangnet een aantrekkingskracht uitoefenen op laaggeschoolde migranten, die niet de intentie zouden hebben om te werken, maar om van uitkeringen te leven.
Uit onderzoek blijkt echter dat deze hypothese geen solide basis heeft. De meeste migranten komen niet naar een land om te profiteren van de sociale voorzieningen, maar juist om te werken, te studeren of om zich bij hun familie te voegen. Het overgrote deel van de migranten komt op basis van arbeidsvraag, wat betekent dat ze bijdragen aan de economie en de verzorgingsstaat. Studies tonen aan dat er slechts een zwak en inconsistent verband bestaat tussen de aantrekkingskracht van sociale voorzieningen en de instroom van migranten. Dit betekent dat de vrees voor een "welfare magneet" ongegrond is.
Daarnaast is het belangrijk om op te merken dat migranten niet onmiddellijk toegang hebben tot sociale voorzieningen. Vaak moeten ze eerst enkele jaren in het land hebben gewerkt en belastingen hebben betaald voordat ze recht krijgen op uitkeringen. Dit geldt met name voor economische migranten. Alleen vluchtelingen hebben soms sneller toegang tot sociale voorzieningen, maar ook zij worden meestal geacht zich uiteindelijk te integreren in de arbeidsmarkt.
NVDR: Dit staat niet in het boek van Hein De Haas, maar om hier even op verder te gaan. In het Belgisch recht krijgen alleen erkende vluchtelingen volwaardige toegang tot de sociale zekerheid. Van de ruwweg 120.000 mensen die in 2022 een verblijfsvergunnging kregen, waren slechts 7789 mensen een erkende vluchteling. Het gaat dus van alle migranten (in 2022) om 6% die volwaardige toegang tot de sociale zekerheid, inclusief de plichten (zoals een bereidheid tot werken) die we ook verwachten van onze eigen medeburgers. De overige 94% had geen volwaardige toegang.
2.3 Austeriteit, niet immigratie, veroorzaakt de sociale huisvestingscrisis
Ik ben het zelf niet eens met dit gedeelte. Ik denk dat prof. De Haas hier een beetje te vlug de sprong maakt. Het is waar dat besparingen in huisvesting heeft gezorgd voor minder sociale woningen, maar dat alleen is niet voldoende om een algemene stijging van huizenprijzen te verklaren. Desalniettemin vat ik zijn punt hier samen, om volledig te zijn.
Een veelvoorkomende klacht is dat immigranten de oorzaak zijn van de tekorten aan sociale huisvesting. Deze mythe wordt gevoed door het idee dat vluchtelingen en andere migranten voorrang zouden krijgen bij het toewijzen van sociale woningen, waardoor lokale bewoners op lange wachtlijsten belanden.
In werkelijkheid is de woningcrisis niet veroorzaakt door immigratie, maar door bezuinigingen en privatiseringsbeleid. In veel landen, zoals Nederland en het Verenigd Koninkrijk, is de voorraad sociale woningen de afgelopen decennia drastisch afgenomen door de verkoop van sociale woningen, het liberaliseren van huurprijzen en een gebrek aan nieuwbouw. In Nederland is het aantal sociale woningen bijvoorbeeld gedaald van 44% van de totale woningvoorraad in 1992 naar 31% in 2012. Dit is een directe consequentie van het beleid, en niet van immigratie.
Hoewel immigranten in sommige gevallen sociale huisvesting gebruiken, is hun aandeel in de totale vraag naar woningen vaak overdreven. In het Verenigd Koninkrijk blijkt dat het gebruik van sociale huisvesting door immigranten en autochtone bewoners nagenoeg gelijk is, respectievelijk 17% en 16%. De oorzaak van het woningtekort ligt vooral in politieke keuzes om minder te investeren in sociale huisvesting en niet in de komst van migranten. (Of in de algemene keuze om meer bouwen moeilijker te maken door middel van regulering…)
2.4 Migranten dragen bij aan de verzorgingsstaat
Wat vaak vergeten wordt in het debat over immigratie, is dat migranten juist een cruciale rol spelen in het functioneren van de verzorgingsstaat. Ze dragen niet alleen bij door belastingen te betalen, maar vervullen ook essentiële functies in sectoren zoals de gezondheidszorg, ouderenzorg en kinderopvang.
In het Verenigd Koninkrijk zou het nationale gezondheidssysteem (NHS) zonder de bijdrage van buitenlandse artsen en verpleegkundigen al lang zijn ingestort. In 2022 was 33% van alle artsen en 24% van alle verpleegkundigen van buitenlandse afkomst. Deze percentages zijn nog hoger in grote steden zoals Londen. In veel andere Westerse landen, zoals Italië en Spanje, zijn migranten onmisbaar in de ouderenzorg. In deze sectoren werken vooral vrouwelijke migranten uit landen zoals de Filipijnen, Colombia en Brazilië. Hun arbeid stelt families in staat om betaalbare zorg te krijgen voor hun ouderen en kinderen, en zorgt ervoor dat familieleden kunnen blijven werken.
NVDR: een ander belangrijk punt dat prof. De Haas negeert is de indirecte fiscale bijdrage. Het is niet verwonderlijk dat in de analyse hierboven in landen met uitgebreide sociale herverdeling migranten eerder netto fiscaal een kost zijn. Migranten zijn disproportioneel armer, met een lagere productiviteit waardoor, in systemen met enorme herverdeling, ze fiscaal eerder zullen netto-krijgen dan netto-betalen. Maar dat betekent niet dat hen weg krijgen het land als geheel rijker zou maken: iemand kan een netto taxconsument zijn en toch productief bijdragen. Immers: lage lonen dragen bij aan de arbeidsdeling, waardoor anderen productiever worden, zelfs als ze zelf heel weinig fiscaal bijdragen. Het is daarom dat studies die zich uitsluiten focussen op de individuele fiscale input onvolledig zijn. Het mist een groot deel van de potentiële economische meerwaarde.
2.5 Illegale migranten: Een onverwachte fiscale bijdrage
Een verrassende bevinding is dat illegale migranten vaak een netto bijdrage leveren aan de staat, ondanks hun status. Veel illegale migranten betalen namelijk belastingen zonder toegang te hebben tot sociale voorzieningen. In de Verenigde Staten betalen miljoenen illegale migranten bijvoorbeeld jaarlijks belasting door middel van geleende socialezekerheidsnummers of andere identificatiemiddelen. In 2016 werd geschat dat illegale migranten in de VS jaarlijks ongeveer 11,7 miljard dollar bijdragen aan staats- en lokale belastingen. Toch hebben ze geen recht op veel publieke diensten, wat betekent dat hun netto fiscale bijdrage vaak positiever is dan die van andere bevolkingsgroepen.
NVDR: Het is opvallend dat veel politici (en hun aanhangers) klagen over de negatieve fiscale realiteit van migranten, maar dat ze ook tegenstander zijn van manieren om te zorgen dat migranten meer (fiscaal) kunnen bijdragen. Het voorstel om illegalen ook te laten werken zonder ze toegang te geven tot de sociale zekerheid zou daar bijvoorbeeld bij toehelpen én zou integratie ook bevorderen. Het probleem is echter dat voor veel van deze politici het ‘fiscale’ simpelweg een schaamlapje is. Als migranten (illegalen) zouden werken, zouden ze meer geïntegreerd geraken en zouden ze een sterkere (morele) claim hebben om te mogen blijven en dat is wat ze niet willen. Fiscaliteit is daarbij (voor velen) slechs een excuus.
Conclusie
Het idee dat immigratie de verzorgingsstaat ondermijnt, blijkt bij nader onderzoek ongegrond. De netto fiscale bijdrage van immigranten is doorgaans verwaarloosbaar en vaak zelfs positief. Migranten spelen een cruciale rol in essentiële sectoren zoals de gezondheidszorg en ouderenzorg, en zonder hen zou de verzorgingsstaat in veel landen niet kunnen functioneren.
Migratiebeleid moet gebaseerd zijn op feiten en niet op mythes. In plaats van immigranten te zien als een bedreiging, moeten we erkennen dat ze een waardevolle bijdrage (kunnne) leveren aan onze samenlevingen.
NVDR: En in zoverre dat migranten een netto fiscale kost zijn… laten we dan hervormen zodat ze een netto meerwaarde kunnen zijn. Er is niets inherent of onoverkomelijk aan ‘migranten’ dat ze een kost zijn, tenzij, natuurlijk, hun bestaan zelf voor u een probleem is. Maar als het probleem ‘het bestaan van andere mensen’ is, dan kan geen enkel fiscaal of economisch argument je overtuigen. Dan is het slechts een schaamlapje voor iets anders.
Kom gerust mee praten over deze tekst hier!