De Wijsheid van de Markt: Wat 'The Use of Knowledge in Society' ons leert
Het artikel dat elke liberaal eens zou moeten lezen (studeren)
Friedrich A. Hayek was een van de meest invloedrijke economen van de 20e eeuw, bekend om zijn scherpe inzichten in de werking van markten en de rol van kennis in de economie. Zijn essay "The Use of Knowledge in Society" uit 1945 blijft een fundament in de economische theorie en heeft diepe implicaties voor hoe we denken over economische ordening. In deze blogpost duiken we diep in Hayek's ideeën en verkennen we waarom zijn theorieën over gedecentraliseerde kennis en het prijsmechanisme nog steeds relevant zijn in onze moderne wereld.
Hayek begint zijn essay met een fundamentele vraag: hoe kunnen we een rationele economische orde creëren? Volgens Hayek zou dit eenvoudig zijn als we al de benodigde informatie in handen hadden en volledig inzicht hadden in de middelen en voorkeuren. Echter, in de werkelijkheid is dit niet het geval. (En, belangrijker: het is onmogelijk om dat te hebben!) De kennis die nodig is om economische beslissingen te nemen, is verspreid over talloze individuen en nooit geconcentreerd in één brein én een groot deel van de benodigde informatie ontstaat maar door het economische proces van ruilhandel. Dit maakt het economisch probleem veel complexer dan puur een logische puzzel.
Een kernpunt in Hayek’s betoog is dat de kennis die we nodig hebben om middelen effectief te gebruiken, altijd gedecentraliseerd is. Deze kennis bestaat uit talloze kleine stukjes informatie over lokale omstandigheden, tijdspecifieke gebeurtenissen, en individuele voorkeuren. Deze kennis is vaak contradictorisch en onvolledig, wat het moeilijk maakt om door één centrale instantie te worden gecoördineerd. Wat willen mensen exact? Hoeveel zijn ze bereid op te offeren? Wat zijn alle mogelijke manieren en alternatieven waarop deze zaken bereikt kunnen worden? Elke dag opnieuw maken we ontelbare beslissingen die informatie creëren voor anderen: zowel door de zaken die we wél doen, als door de zaken die we niét doen.
Hayek legt uit dat gecentraliseerde economische planning niet in staat is om de verspreide kennis in de samenleving effectief te benutten. Wanneer één autoriteit alle beslissingen probeert te nemen, verliest men de voordelen van lokale kennis die alleen de individuen op de grond kunnen hebben. Hierdoor ontstaat een inefficiënties en verspilling, omdat de centrale planning niet snel genoeg kan inspelen op veranderingen in omstandigheden.
Maar het gaat dus niet alleen over die lokale kennis zoals ‘hoeveel hout is er’ of ‘hoe kunnen we met hout een brug maken’, maar ook welke goederen en diensten willen individuen en hoeveel zijn ze bereid daarvoor te betalen. Het is mogelijk dat de centrale planner beslist: ‘we willen geen koeienvlees meer’ of ‘we willen juist heel veel koeienvlees’. Maar of dat dit economisch rationeel is (i.e. dat de kosten het waard zijn voor de opbrengsten), daarvoor heb je input nodig dat een gecentraliseerde economische planning niet op kan rekenen.
Volgens Hayek is het prijsmechanisme de meest efficiënte manier die we hebben om met dit probleem om te gaan. (Merk op dat ik niet zeg dat het een ‘oplossing’ is, vermits het probleem alomvattend is en het prijsmechanisme niet zorgt dat het probleem verdwijnt, wat het woord ‘oplossing’ zou impliceren.) Prijzen fungeren als signalen die informatie bevatten over schaarste, vraag, en aanbod, en zorgen ervoor dat individuen hun beslissingen aanpassen zonder dat ze alle details hoeven te kennen. Bijvoorbeeld, als de prijs van een grondstof stijgt, weten producenten dat ze spaarzamer moeten omgaan met deze grondstof, zonder dat ze precies hoeven te weten waarom de prijs is gestegen.
Hayek bekritiseert ook het gebruik van wiskundige modellen in de economie die veronderstellen dat perfecte kennis beschikbaar is. Deze modellen negeren de realiteit van gedecentraliseerde kennis en kunnen daarom geen volledig beeld geven van hoe economische systemen daadwerkelijk werken. Hayek benadrukt dat we moeten erkennen dat kennis onvolmaakt is en dat het prijsmechanisme een essentieel hulpmiddel is om deze imperfecties te overbruggen.
Hayek's ideeën blijven relevant voor moderne markten, waar informatie en kennis sneller dan ooit worden verspreid, zien we de kracht van gedecentraliseerde besluitvorming. Bedrijven en individuen kunnen snel reageren op marktsignalen, wat leidt tot een efficiëntere allocatie van middelen.
Soms wordt er door critici een analogie gecreëerd tussen ‘grote bedrijven’ (amazon, google, meta, etc.) enerzijds en socialisme anderzijds. De claim is dan ongeveer dit:
Grote bedrijven overleven nu al ondanks dat ze heel uitgebreid aan (centrale) planning doen. Er gaan in zo’n ondernemingen miljarden aan omzet rond en ze plannen ook centraal, zonder dat de lagere regionen constante feedback en input geven. Het economische calculatie argument van Mises-Hayek is verkeerd (of achterhaald) vermis deze grote bedrijven dat nu kunnen. Een socialistische samenleving moet deze processen gewoon kopiëren.
Deze hypothetische redenering is helaas verkeerd. Het argument dat de werking van grote bedrijven met centrale planning zou bewijzen dat het calculatieprobleem irrelevant is, mist enkele cruciale verschillen tussen bedrijven en een centraal geplande economie. Grote bedrijven functioneren inderdaad met een zekere mate van planning, maar ze opereren binnen een grotere markteconomie waar prijssignalen, concurrentie en winst- en verliesberekeningen een essentiële rol spelen. (Merk op dat alhoewel Google, Meta en Amazon grote bedrijven zijn… ze nog altijd maar een fractie zijn van de totale wereldeconomie.) Deze bedrijven kunnen enkel plannen omdat ze gebruikmaken van marktprijzen die buiten hun eigen structuur worden bepaald. Deze prijzen, verkregen door transacties met andere bedrijven en consumenten op een vrije markt, vormen de basis voor hun interne beslissingen en berekeningen.
In een volledig centraal geplande samenleving zou deze externe marktcontext ontbreken, omdat de staat of een andere centrale entiteit alle productiemiddelen zou beheersen. Zonder de aanwezigheid van echte markten voor kapitaalgoederen, zou het onmogelijk zijn om zinvolle prijzen te bepalen voor deze goederen. Dit gebrek aan marktsignalen maakt het onmogelijk om rationeel te berekenen en effectief middelen toe te wijzen, wat zou leiden tot economische inefficiëntie en chaos.
Bovendien, zelfs in grote bedrijven, is er nog steeds sprake van interne markten en een zekere mate van decentralisatie. Afdelingen binnen een groot bedrijf kunnen bijvoorbeeld budgetten toewijzen, prestaties meten en onderlinge concurrentie aangaan, wat in wezen een gesimuleerde markt creëert. Dit alles is mogelijk omdat de bedrijven als geheel functioneren binnen een grotere markteconomie, waar ze voortdurend worden gecorrigeerd door marktsignalen en concurrentiedruk.
Daarom kan het succes van centrale planning binnen grote bedrijven niet worden gezien als een bewijs dat centrale planning in een centraal geplande samenleving zou werken. Het is juist de afwezigheid van echte markten in een volledig socialistisch systeem die de kern vormt van het calculatieprobleem, en deze fundamentele uitdaging blijft onopgelost door het eenvoudigweg kopiëren van bedrijfspraktijken naar een socialistische context.
Friedrich Hayek heeft ons een cruciaal inzicht gegeven in de werking van economische systemen: de kracht van gedecentraliseerde kennis en het prijsmechanisme. In een wereld waar kennis altijd verspreid is, biedt het prijsmechanisme een manier om efficiënt te reageren op veranderingen zonder centrale sturing.
Het is aan ons om verder na te denken over hoe we deze ideeën kunnen toepassen en uitleggen aan anderen. Liberalisme is de filosofie van individuele vrijheid en het begrijpen van hoe in vrijheid samenwerken met anderen in markten is daar een essentieel onderdeel van. Kom daarover gerust mee praten in de chat functie van substack.